Onderzoek
Eenzaamheid en sociaal isolement (vanaf 1998)
Sociale relaties zijn een eerste levensbehoefte van ieder mens. We hebben anderen nodig om onszelf te ontwikkelen. Anderen die ons gedrag beoordelen, die erkenning en waardering bieden voor wat we doen en wie we zijn, die bereid zijn steun te bieden als dat nodig is, en ons het gevoel geven dat we ertoe doen. Onze fundamentele behoefte om ‘erbij te horen’ kan vervuld worden door één-op-één relaties, maar ook door deelname aan sociale groepen. Groepen waarin we ons veilig en vertrouwd voelen, zoals een familie, een vriendenkring, collega’s, het verenigingsleven of de samenleving in het algemeen. Eenzaamheid ontstaat als onze sociale behoeften niet zijn vervuld.
Persoonlijke en maatschappelijke oorzaken
Eenzaamheid is een normaal onderdeel van het leven dat iedereen kan treffen. Het kan zich voordoen na een ingrijpende gebeurtenis, zoals het overlijden van een dierbare, het verbreken van een relatie, het verlies van werk, een verhuizing of gezondheidsproblemen. In de meeste gevallen is het van voorbijgaande aard omdat we ons aan de nieuwe situatie aanpassen of iets aan de omstandigheden veranderen, waardoor het gevoel van eenzaamheid verdwijnt. Soms houdt eenzaamheid langer aan omdat het niet lukt een nieuwe weg in te slaan. Dan wordt eenzaamheid chronisch, en kan het zelfs leiden tot sociaal isolement.
Ook maatschappelijke en culturele factoren kunnen eenzaamheid in de hand werken. Tegenwoordig zijn betekenisvolle relaties niet meer vanzelfsprekend. We moeten zelf initiatieven nemen om anderen te vinden met wie we ons verbonden voelen en bij wie we ons thuis voelen. Dat vereist sociale competenties, zelfvertrouwen en een ‘robuuste identiteit’. We moeten stevig in onze schoenen staan, weten wat we willen doen en wie we willen zijn, omgaan met sociale druk en verwachtingen van de omgeving, en een leven leiden dat in overeenstemming is met onze eigen behoeften en overtuigingen.
Eenzaamheid neemt toe
Eenzaamheid komt voor in alle bevolkingsgroepen. In elke schoolklas zitten kinderen die zich eenzaam voelen, die gepest of buitengesloten worden, en niemand in hun omgeving hebben die hen onvoorwaardelijk steunt. Ook bij jongeren komt eenzaamheid veel voor. Ze ervaren stress vanwege de prestatiedruk en maatschappelijke verwachtingen ten aanzien van opleiding en werk, en wat ze allemaal moeten doen om erbij te horen. Ook andere groepen hebben moeite om een plek in de samenleving te vinden, zoals mensen die niet mee kunnen doen aan het arbeidsproces, slachtoffers van de toeslagenaffaire of de aardbevingen in Groningen, mensen die zich zorgen maken over het klimaat en zich niet gehoord en vertegenwoordigd voelen in beleid en politiek, mantelzorgers die belangrijk werk verrichten maar economisch niet meetellen, ouderen die het gevoel hebben dat ze de samenleving tot last zijn omdat ze niet langer productief zijn, of mensen die zich vanwege hun etniciteit, huidskleur, gender of andere redenen niet erkend en geaccepteerd voelen in de samenleving. Ze ervaren een gebrek aan waardering en ondersteuning en voelen zich machteloos, vervreemd, buitengesloten en eenzaam.
Eenzaamheid is complex
Eenzaamheid kent dus veel gradaties en schakeringen. Het is een gevoel dat heel persoonlijk is, dat verschillende achtergronden kent en op veel manieren tot uitdrukking kan komen. De kern van dat gevoel is een pijnlijk gemis aan verbondenheid. Een gemis aan intimiteit met een partner, familie of vrienden, een gemis aan gezelschap of sociale activiteiten, een gemis aan kwaliteit en diepgang in de contacten die er wél zijn, of een gemis aan maatschappelijke waardering en erkenning. Om gevoelens van eenzaamheid beter te begrijpen en inzicht te bieden in de verschillende strategieën die mensen hanteren om met eenzaamheid om te gaan, ontwikkelde ik een typologie met acht profielen.
Meer informatie:
- De typologie van eenzaamheid en sociaal isolement (met toelichting, films en een podcast)
- Artikelen en boeken over eenzaamheid
- Podcasts over eenzaamheid
Veerkracht na verlies (2023-2026)
Dit onderzoeksproject is gericht op het voorkomen van opvolgende problemen na verlies-gerelateerde levensgebeurtenissen. Daarbij staat de complexiteit van veerkrachtprocessen in het dagelijks leven centraal. Het onderzoek brengt die complexiteit in beeld door een onderzoeksmethode die inzicht biedt in de wijze waarop diverse factoren met elkaar interacteren: de interpretatieve fenomenologische methode. De inzichten worden benut voor de ontwikkeling van methodieken en instrumenten die professionals helpen op het juiste moment aanwezig te zijn met de juiste veerkrachtversterkende interventie. In het project wordt nauw samengewerkt met partners uit onderzoek, gezondheidszorg en welzijnswerk.
Volledige titel: “Resilience around severe experiences of loss in daily life. Phenomenological practice-oriented research.”
Voor meer informatie: zie de websites van ZonMw, de Universiteit voor Humanistiek, ErWelzijn, en promovendus Chloe Beeris.
Vitale woongemeenschappen voor ouderen (doorlopend)
De Nederlandse overheid stimuleert dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Dit beleid hangt samen met de overgang naar een participatiesamenleving, de transformatie van verzorgingshuizen en transities in de zorg. Het sluit ook aan bij de behoefte van ouderen zelf: de meeste ouderen willen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen.
Om op de groeiende vraag naar zelfstandige woonruimte in te spelen, kennen veel gemeenten wooncomplexen die specifiek voor ouderen zijn gelabeld. Deze seniorencomplexen bieden voorzieningen en mogelijkheden om sociale interactie tussen bewoners te stimuleren. Sociale verbondenheid en sociale participatie zijn belangrijke determinanten voor de gezondheid en het welbevinden van ouderen en dragen bij aan de ervaring van een zinvol leven. Maar de overgang naar een seniorencomplex is een ingrijpende gebeurtenis die invloed heeft op vrijwel alle aspecten van het (dagelijks) leven. Het confronteert hen met substantiële veranderingen in sociale netwerken, levenspatronen en steunsystemen. Veranderingen die existentiële vragen en zingevingsvragen oproepen.
Dit doorlopende onderzoek biedt inzicht in de sociale vitaliteit in ouderencomplexen en de mogelijkheden om die te vergroten. Sociale vitaliteit wordt opgevat als de mate waarin bewoners in een complex elkaar kennen, zich verbonden voelen met elkaar, deelnemen aan activiteiten en meedoen aan het organiseren van ervan.
Deelonderzoeken en publicaties:
- Experiment vitale woongemeenschappen, Platform31 (2015-2017)
- Vitale woongemeenschappen in Rotterdam, Gemeente Rotterdam (2019-2022)
- “Wonen met een plus”, onderzoek in drie wooncomplexen van de Vrijzinnig-Religieuze Stichting Seniorenhuisvesting Zuid-Veluwe (VRSSH), door promovendus Johanneke Klaassens (2023-2025)
- ThuisPlusFlats, onderzoek in twee ThuisPlusFlats in Rotterdam, door promovendus Johanneke Klaassens (2023-2025)
SEE ME – Social Inclusion through Meaningful Ageing (net afgerond)
De Europese bevolking wordt steeds ouder en het aantal oudere burgers groeit gestaag. Het gevolg is een toenemende vraag naar zorg. Die zorg is vooral gericht op medische en fysieke aspecten, maar ouder worden brengt ook sociale, culturele en spirituele veranderingen met zich mee. Daarom is een breder perspectief op ouder worden noodzakelijk. Een perspectief dat ook aandacht heeft voor de potenties en talenten van ouderen, en voor hun behoeften op het sociale vlak en het terrein van zingeving.
In het SEE ME project staat dit bredere perspectief centraal. Doel is de kwaliteit van zorg voor ouderen te verbeteren. Ten eerste door kennis en inzicht te bieden in de sociale en zingevingsbehoeften van ouderen. Ten tweede door de competenties en vaardigheden van zorgverleners te vergroten zodat ze beter kunnen inspelen op deze behoeften. De nadruk ligt daarbij op de competenties en vaardigheden die nodig zijn om de persoon achter de patiënt te ‘zien’, hun positieve talenten en behoeften te ontdekken, en daarmee de sociale insluiting van ouderen te bevorderen.
Het SEE ME team is een internationaal, multidisciplinair consortium bestaand uit 3 universiteiten en 3 onderzoekscentra: de Universiteit voor Humanistiek (Nederland), de Vrije Universiteit Brussel (Belgie), De Universiteit van Molise (Italie), Büro für berufliche Bildungsplanung (Duitsland), Matia Gerontological Institute (Spanje), and Foundation of Active Ageing (Nederland). Elke zes consortiumpartner werkte met een maatschappelijke partner die gekozen is vanwege hun inpirerende en innovatieve werk. De partners zijn: Stichting Humanitas Rotterdam, Compartijn and September Care (Nederland), Don Carlo Pistilli (Italie), Grafschafter Diakonie (Duitsland), Het BuurtPensioen (Belgiem), en Grandes Amigos (Spanje).
Informatie en onderzoeksrapporten
Alle onderzoeksrapporten en een Nederlandstalige samenvatting zijn te vinden op de SEE ME website.
De Nederlandstalige toolkit en de handleiding zijn te downloaden via de SEE ME website.
Voor informatie over SEE ME workshops (voor professionals en/of vrijwilligers), neem contact op met: a.machielse@uvh.nl.
SEE ME (in English)
The rapidly ageing populations worldwide, particularly in Western countries, necessitate policymakers and scientists to reflect on the implications of these unprecedented demographic developments. Scholarly efforts cover a wide range of research areas: from biomedical research aiming to increase longevity and health and find treatments for age-related diseases, policy research analysing the consequences of an ageing population for society and exploring the growing costs of healthcare and retirement, to healthcare research focusing on the improvement and quality of care for older people. This project adds to the latter domain, taking ageing as an existential part of human life, involving physical, mental, social, cultural, and spiritual change. Given this approach, it is essential to develop a broader view of what it means to grow older to accommodate the needs of older people receiving care. Paying attention to the potential of older people and maintaining and restoring social connectedness and meaningfulness is a fundamental goal of caregiving, with significant expected gains in older people’s overall health and well-being.
Research aims:
- Increase the knowledge about the potential of older people and their social and meaning needs
- Contribute to caregivers’ competences by helping them “see” older adults: e.g., the older person behind the patient, care as something more than physical and medical care, social and meaningful needs, and the positive potential of older adults, not only their needs.
- Develop a transnational toolkit for caregivers based on transnational ideas and experiences tested in different countries.
Information and publications: SEE ME website.